ARNHEM SPOOKSTAD
Hoofdstuk 3
Aan een Dakota bungelt een parachutist
,,Hoera, ik ben jarig!'' De elfde verjaardag van Jopy Brouwer, op 17 september 1944, begon veelbelovend. ,,Ik liep die zondag door de straat in Arnhem en zag plotseling lange zilveren reepjes papier omlaag komen. We hoorden vliegtuigen. 'Engelsen', zeiden de mensen. 'Hoera, de Engelsen komen me feliciteren', riep ik. Er kwamen steeds meer vliegtuigen over. Veel mensen kwamen op onze zolder kijken. We zagen de parachutisten springen en vallen. Zoiets vergeet je nooit meer!'' Maar in de loop van de dag moest een veilig heenkomen in de schuilkelder worden gezocht, voor een verblijf dat zes dagen zou duren.
< Geallieerde parachutisten bij Arnhem bezig aan de landing (Historien.nl, Wikipedia)
Oot Halm uit Elst zag in het noordwesten allemaal 'plofjes' in
de lucht verschijnen. ,,Bij nader turen bleken het parachutes
te zijn. We bleven kijken, dol van opwinding. Was dit het einde
van die ellendige oorlog?'' Maar al meteen bleek de harde
werkelijkheid. ,,We hadden zicht op de toren van de hervormde
kerk en opeens zagen we hoog op de torenomgang de koster
verschijnen. Hij wilde natuurlijk ook alles goed zien. Dat werd
hem noodlottig. Er klonk een schot en hij viel naar beneden.
Mijn zuster had de droeve taak hem af te leggen en de familie
bij te staan. Daarna zaten we in grote spanning, want we hadden
gehoord dat de Engelsen vanuit Nijmegen, dus door Elst heen,
naar Arnhem zouden trekken om de troepen aan de overkant te
versterken. Ik zat de hele dag aan de weg om de Tommies te zien
komen. Enfin, we weten allemaal hoe dat afgelopen is.''
Het beeld van de luchtlanding staat de toen zevenjarige Jan
Jansen uit Heteren in de Betuwe, 15 km ten westen van Arnhem,
nog steeds op het netvlies gebrand. ,,We werden opgeschrikt
door een aanhoudend en steeds luider gebrom. Al gauw zagen we
tientallen en later vele honderden vliegtuigen overkomen. Toen
we de eerste parachutisten zagen springen dacht mijn moeder dat
het bommen waren. Maar toen de parachutes zich openden wisten
we wat er aan de hand was. Al gauw zat iedereen op de rivierdijk te kijken. We zagen duizenden parachutisten springen.
Boven onze hoofden werden de zweefvliegtuigen losgekoppeld.
Maar ook zagen we te vroeg gesprongen para's, die met hun zware
bepakking in de Rijn terechtkwamen en meteen verdronken. En
para's, die in de uiterwaarden de gaten in de grond vielen,
omdat hun parachute niet open was gegaan.''
Jan Speelziek uit Ede was nog maar net van de schrik van de
eerdere bombardementen bekomen toen hij in het oosten de armada
van vliegtuigen zag. ,,Ze wierpen massaal parachutisten af,
terwijl op iets grotere afstand gliders werden afgekoppeld. Het
was een magistraal gezicht. Al die vliegtuigen kwamen vervolgens bij ons over. Aan een ervan, een Dakota, bungelde aan de
staart een parachutist. Hij had zich kennelijk niet van het
vliegtuig los kunnen maken.''
'Wat kan het leven mooi zijn!'
In Wageningen fietste Wouter Stellaard langs hotel Nol in 't
Bos, dat vol Duitsers zat. ,,Het leek wel een gestoord wespennest.
Iedereen en alles liep zenuwachtig door elkaar; de
uniformjassen half of helemaal niet dichtgeknoopt. De lawaaipetten
hadden ze ook niet op; sommigen hadden niet eens tijd om de haren te
kammen. Ze waren bezig bagage in auto's te laden.''
Wat verderop vond hij het fietspad versperd door vier Duitse militairen
die een kaart stonden te bestuderen. ,,Bellen deden we maar niet; ze
zouden toch niet opzij gaan. We stapten af, liepen door de berm en
zochten daarna de weg weer op. Vijf
minuten verder stonden alweer militairen, met camouflagepakken
aan. Een ervan gaf een stopteken. Automatisch haalde ik mijn
ausweis voor de dag, maar daar had hij geen belangstelling
voor. Wel had hij een soort zakdoekje, waarop een eenvoudig
terreinkaartje stond afgedrukt. Hij vroeg of ik aan wilde
wijzen waar Duitse troepen lagen. Maar daar trapte ik niet in;
dan moest hij vroeger opstaan. Ik keek eens om me heen en zag
toen overal in het struikgewas soldaten liggen met het geweer
in de aanslag. Pas toen een van hen knipoogde tegen mijn vrouw
had ik door dat het Tommies waren. En toen ik achterom keek zag
ik met genoegen de Duitsers aan komen rijden die ons in de weg
hadden gestaan. Ze waren nog stommer dan ik. Toen ze het
stopteken kregen zetten ze een grote bek op, maar even later
stonden ze netjes op een rijtje met de handen boven het hoofd.
Mijn vrouw, bij wie ze tot tweemaal toe de hele linnenkast
hadden leeggeroofd, stond er gemeen bij te grijnzen. Wat kan
het leven toch mooi zijn!''
Schrik van rondom
Greetje Haasnoot en haar broertje Just in parachutekleertjes (Arnhem Spookstad) >
Janie Boland uit Heveadorp zat in de kerk toen de luchtlanding
begon. ,,De dominee preekte over Jeremia 6 vers 25, 'Gaat niet
uit in het veld, noch wandelt op de weg, want des vijands
zwaard is er, schrik van rondom'; ik vraag me nog steeds af of
dat toeval was. De dienst werd onderbroken, ook al omdat de
ramen rammelden van de vele vliegtuigen die overkwamen. We
gingen naar buiten en zagen grote zweefvliegtuigen die los
werden gekoppeld. Ze landden op de heide. We worden bevrijd,
dachten we. Wat een feest! Iemand vond een parachute waarmee we
op straat dansten. Vader kreeg een echte Engelse sigaret.''
,,De parachutisten landden vlak bij ons'', vertelt Diny van
Harten uit Heelsum. ,,De Duitsers namen al gauw de benen en die
zondagavond gingen er Engelse soldaten door ons dorp. De
jongens gingen naar het landingsterrein en kwamen terug met
stukken van parachutes en koorden die vreselijk sterk waren.
Die nacht hebben we heel onrustig geslapen, want er werd in de
verte geschoten. En de volgende ochtend keek vader naar buiten
en lagen in de tuin allemaal zwaarbewapende soldaten. 'De SS',
zei hij, en dat betekende dat we opnieuw bezet waren.''
De vierjarige Geertje Haasnoot was met ouders, grootouders en
nog meer familie vanuit Wassenaar en Katwijk naar Garderen
verhuisd, omdat het daar veiliger leek dan in het westen van
het land. Na de Slag om Arnhem werd het Veluwse dorp overstroomd met evacuees. ,,Een echtpaar Jousma uit Oosterbeek kwam
bij ons inwonen, met dochter Els van twaalf. Zij vertelden over
een parachutist die bij hen in de straat was neergekomen.
Meneer Jousma had nog een paar parachutes binnengehaald die in
de bomen hingen. Mijn moeder kon goed naaien en mevrouw Jousma
had in Oosterbeek nog een naaimachine staan. De twee mannen
gingen erheen, met een grote mand. De parachutes, een witte en
een blauwe, werden onderin gelegd, wat kleding erop en daarop
de naaimachine. Mijn moeder heeft in de maanden die volgden
heel wat afgenaaid. Bloesjes voor de kinderen, een schattig
geborduurd jurkje voor mij, blouses voor boerinnen in de buurt
- die werden geruild tegen voedsel. Ook de koorden werden
dankbaar gebruikt. Je kon er draden uittrekken, die heel sterk
naaigaren bleken te zijn. Wat waren we allemaal blij met die
parachutes!''
Geruchten
Arnhem wachtte met spanning op het vervolg van de ontwikkelingen.
,,Kort na de landing bolderden een paard en wagen door de
Oeverstraat'', vertelt Henk Berensen. ,,De voerman riep dat de Engelsen
waren geland. Weg was alle onrust. We zouden binnen enkele uren vrij
zijn; Duitsers waren al nergens meer te
bekennen. En toen we rond zeven uur vanaf de Kleine Oord
hoorden roepen dat daar Engelsen waren wilde ik er meteen heen.
Jammer genoeg waren mijn ouders onverbiddelijk. Toen was hun
wil nog wet. Tegenstribbelend en in de overtuiging dat we in
elk geval de volgende dag uitgebreid onze bevrijding zouden
vieren ging ik slapen.''
,,Het was een sensatie'', zegt Albert Ravestein. ,,Hoe laat
zouden ze hier zijn? De geruchtenstroom kwam op gang, maar het
licht en het water vielen uit. Het gaf allemaal niets, nog even
en dan was die nachtmerrie van vier jaar bezetting voorbij. De
eerste Duitse deserteurs meldden zich en vroegen om burgerkleding; nu
kwamen ze opeens uit Luxemburg, Oostenrijk of de Elzas en waren ze de
oorlog zat, zoals ze beweerden. Sommigen
slaagden en maakten zich snel uit de voeten.''
Fietsen
,,In de katholieke school en het Parochiehuis aan de Rosendaalseweg,
waar nu het gebouw van Omroep Gelderland is, lagen Duitse soldaten'',
weet Maria Kooijman-Anneveld. ,,In een mum waren ze allemaal
vertrokken, alles achterlatend. Er werd
meteen geplunderd door verschillende Nederlanders.''
Ook een
gymnastieklokaal tussen de Paasberg en de Geitenkamp,
waar Duitsers en Russische krijgsgevangenen zaten, werd hals
over kop verlaten. ,,Ze lieten een aantal fietsen achter'',
vertelt Tineke Boels. ,,Dat bericht verspreidde zich als een
lopend vuurtje. De jongens van de Paasberg namen de kans waar
en 'organiseerden' een aantal Duitse fietsen met twee stangen.
Dat veroorzaakte nog grote paniek toen de Duitsers weer terugkeerden.
Ze kwamen langs de deuren met de bajonet op het geweer, takkenbossen op
de helmen en zwartgemaakte gezichten.
Gestolen fietsen werden in paniek gedemonteerd; de onderdelen
in het bos verstopt of begraven in de tuin. Intussen vorderden
de Duitsers alle fietsen die ze konden vinden. De onze werden
gered. Bij onze buurvrouw waren de Duitsers al geweest en zij
raadde ons aan onze fietsen bij haar te brengen. Toen ons huis
een half uur later werd doorzocht was er niets meer te vinden.''
Duitse tanks
< Twee Duitse soldaten worden op 17 september door Britten ondervraagd, terwijl inwoners van Heelsum nieuwsgierig toekijken. (Pegasus Archief)
,,Die zondagavond hadden wij, vrijwel zonder slag of stoot, een
eerste ploeg Engelse soldaten op ons weggetje'', meldt To
Mijnlieff van de Hulkesteinseweg, direct aan de Rijn. ,,We
waren reuze enthousiast natuurlijk. Je hoorde het volk in de
Wilhelminastraat en omgeving juichen en roepen. 'Hear the
people', zeiden de Engelsen tegen elkaar. Totdat later op de
avond in de stad heftig werd geschoten. En toen ook ineens
enorme branden. De Duitsers staken alles bij de brug in brand
om uitzicht te krijgen.''
Koosje Smallegange hoorde in haar woonplaats Brummen van de
landing van de parachutisten. ,,De volgende dag werd het
straatbeeld beheerst door vluchtende Moffen, die op allerlei
voertuigen de terugtocht naar de Heimat aanvaardden. Onze
tijdelijke 'buren', Duitse families uit Gelsenkirchen, pakten
hun boeltje en gingen er vandoor. Wij genoten van de taferelen
die zich voor ons huis afspeelden. Waar was de orde van het
Duitse leger gebleven? Dag en nacht trok men langs, met alles
wat men mee had kunnen grissen. Maar opeens, midden in de
nacht, kwamen uit de tegenovergestelde richting Duitse tanks
aanrollen; ons huis trilde ervan. We zeiden: arme jongens in
Arnhem en Oosterbeek. 's Middags kwam de eerste groep geallieerde krijgsgevangenen langs. We huilden met elkaar en
maakten verstolen een V-teken. Hun donkere baretten werden een
vertrouwde aanblik, maar we hadden het zo graag anders gewild.''
Naar hoofdstuk 4. Tommies bezetten de politiebureaus
Terug naar Inhoud
Aangepast zoeken
Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Het drama van de SS Pavon
Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact