ARNHEM SPOOKSTAD
Hoofdstuk 11
Razzia in Apeldoorn
Op 2 december 1944 werden op het Marktplein in Apeldoorn 14.000 mannen samengedreven. 's Avonds vertrokken 4.000 van hen met onbekende bestemming (Foto De verzwegen deportatie) >
,,Op 2 december werden we in Apeldoorn 's morgens al heel vroeg
gewekt door hevig schieten met geweren, pistolen en mitrailleurs'', meldt Piet van Hooijdonk. ,,Er werd een razzia op
mannen gehouden. In een huis aan huis thuisbezorgd pamflet
stond dat mannen en jongens zich bepakt en bezakt moesten melden op de Markt. Huis voor huis zou worden doorzocht om te zien of er toch nog mannen waren achtergebleven. En dan zouden er
vergeldingsmaatregelen worden genomen tegen bewoners van het
pand.'' Hij verschool zich met de mannen uit zijn gezelschap in
een schuilplaats op een zolder. ,,Gelukkig werd dat huis niet
doorzocht. Maar sindsdien durfden mannelijke personen boven de
zestien jaar zich niet meer buiten te vertonen.''
Lily Obbink had onderdak gevonden in het koude, kleine huisje
van haar twee stokoude grootouders in Apeldoorn, aan een stille
landweg even buiten het eigenlijke 'dorp'. ,,We woonden er met
elf personen, waaronder drie dochters in de tienerjaren, die
alle drie enig kind waren. Toestanden.... Maar eigenlijk merkte
je er weinig van de oorlog.''
Ze sliep die ochtend op de zolder. ,,Ik schrok wakker van zware
stappen op de weg en om het huis, gevolgd door een hevig gebons
op deuren en vensters en een vreselijk gebrul: 'Aufmachen,
machen Sie sofort auf!'. Ik hoorde opa, die beneden sliep, de
voordeur openmaken. Daarna kwamen voetstappen de trap op. Op de
zolder werd een schijnsel zichtbaar, het kwam dichterbij, toen
zagen we een lichtje. Met de ogen wijd opengesperd wachtten we
op wat komen zou. Op de drempel van de kamer verscheen... opa.
Later hebben we nog vaak gelachen om het zotte van de situatie;
hoe wij met ons drieen naar dat kaarsje van opa staarden, die
daar zelf zo ontdaan in z'n nachtkleren stond. Maar toen hadden
we alleen oog voor het papier in z'n handen: 'Bevel van de
Duitse Wehrmacht'. Alle mannen tussen 16 en 55 jaar werden
opgeroepen. Ze moesten hun boeltje pakken en bepakt en bezakt
op straat gaan staan. Alle huisdeuren moesten open. Alleen
mannen mochten naar buiten; op vrouwen en kinderen zou worden
geschoten. Vader was 49, maar bleef als enige doodkalm. 'Wat ga
je doen?', vroegen we hem. 'In m'n bed kruipen. Het is zes uur.
Het is waarachtig nog pikdonker'.''
'Wo ist der Vater?'
< Het 'Bevel van de Duitsche Wehrmacht', waarmee gebruikelijk mannen werden opgeroepen
voor de Arbeitseinsatz. In Apeldoorn moesten alle mannen tussen 16 en 55 jaar naar het Marktplein.
(Document Stichting Dwangarbeiders Apeldoorn 1940-1945)
Buiten was het een drukte van belang. Het regende en het was
vinnig koud. Patrouilles soldaten gingen af en aan. Er stonden
al groepjes mannen, bepakt en bezakt. ,,Vader vloekte om die
slappelingen, die het Moffenbevel zo onmiddellijk opvolgden. Ik
begreep het beter: deze mannenjacht was zo intens gemeen georganiseerd en elk verzet leek zinloos. Ook vader maakte zich
gereed. 'Maar ik denk er niet over om op de weg te gaan staan. Ze moeten me maar komen halen! En ik zal ze in elk geval
vertellen dat ze me niet mogen laten werken. Dat mag niet volgens de Conventie van Genève. Ik ben officier in het Nederlandse leger'.''
Een voor een werden de huizen uitgekamd. Een paar soldaten
gingen naar binnen en kwamen even later terug, bijna altijd met
een of meer mannen. De mannenrij groeide gestadig aan. De militairen kwamen bij de buren; de man was 55 en de zoon 16, dus ze moesten beiden mee. Ook de verloofde van de dochter kwam naar
buiten; hij was er juist dat weekend.
,,Toen klapte ons tuinhek open. In de bijkeuken stonden twee
'Grünen'; grote, ruwe kerels, die ik in m'n angst nog dubbel zo
groot en zo ruw zag'', vervolgt Lily Obbink haar verhaal. ,,Ze
vroegen onmiddellijk: 'Wo ist der Vater?'. We gingen naar binnen. Opoetje, opa en moeder stonden bij de tafel; opoetje met
haar angstige, verschrompelde gezichtje en moeder met grote
angstogen. Vader zat een sigaret te rollen. 'Wie alt sind Sie?'. Vader zei niets en haalde doodkalm zijn persoonsbewijs
tevoorschijn. 'Sie gehen mit!'. Toen duwde vader ze een papier
onder de neus, met veel stempels, handtekeningen en een groot
zegel met een dikke, rode lakklodder. Het was z'n aanstelling
als officier, die hij toevallig meegenomen had toen hij in
oktober nog eenmaal in Arnhem terug was. Het scheen indruk te
maken. De Duitsers raakten in verwarring. Ze besloten overleg
te plegen met hun commandant. Vader moest in huis blijven; ze
zouden terugkomen. En ze kwamen terug!''
Trein beschoten
Intussen was in het huisje krijgsraad gehouden. ,,Besloten was,
dat ik er alles aan zou doen om te voorkomen dat de Duitsers
binnenkwamen. Ik ving ze op aan de achterdeur, en ik kreeg al
gauw de indruk dat ze liever fietsen mee zouden willen nemen;
terug was het lopend nog een heel eind. Ze hebben er ook nog
even naar gezocht, maar wij hadden ze goed verstopt. Daarna
gebeurde er iets wonderlijks. Een van de militairen wilde naar
het toilet. Dat mocht; het was in het achterhuis. En toen hij
weg was zei de ander: 'Ik ben Oostenrijker; ik wil het graag
anders, maar die andere is een Mof'. Vervolgens ging de Oostenrijker ook. En toen verklaarde zijn kameraad: 'Ik wil het graag anders. Maar mijn collega is een Oostenrijker en die zijn niet te vertrouwen'. Hoe dan ook, ze gingen onverrichterzake weg.''
Een oom van Lily Obbink werd wel weggevoerd. ,,Hij kwam na twee
dagen gewond weer terug. De trein waarmee de mannen naar Duitsland werden vervoerd was bij Bocholt beschoten; daarbij waren doden en zwaargewonden gevallen. Mijn oom had een granaatscherf in zijn dijbeen; hij had gedaan alsof het veel ernstiger was en werd met de zwaargewonden naar een ziekenhuis vervoerd. Daaruit wist hij te ontsnappen. Zonder ontdekt te worden kwam hij thuis. Daar hield hij zich vervolgens schuil. De verwonding is goed genezen, ook al zijn de splinters nooit uit zijn been verwijderd.''
Een oom van Lily Obbink werd wel weggevoerd. ,,Hij kwam na twee dagen gewond weer terug. De trein waarmee de mannen naar Duitsland werden vervoerd was bij Bocholt beschoten; daarbij waren doden en zwaargewonden gevallen. Mijn oom had een granaatscherf in zijn dijbeen; hij had gedaan alsof het veel ernstiger was en werd met de zwaargewonden naar een ziekenhuis vervoerd. Daaruit wist hij te ontsnappen. Zonder ontdekt te worden kwam hij thuis. Daar hield hij zich vervolgens schuil. De verwonding is goed genezen, ook al zijn de splinters nooit uit zijn been verwijderd.''
Naar hoofdstuk 12. Een bombardement op Loenen
Terug naar Inhoud
Zie ook:
De verzwegen deportatie - Apeldoornse nachtmerrie in Rees
Stichting Dwangarbeiders Apeldoorn 1940-1945
Aangepast zoeken
Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Het drama van de SS Pavon
Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact