Arnhem Spookstad - Evacuatie na de Slag, 1944-'45

ARNHEM SPOOKSTAD


Hoofdstuk 1

Kleine herinneringen aan een grote vlucht

Arnhem heeft als gevolg van de Tweede Wereldoorlog blijvend een plaats op de wereldkaart veroverd. Na de mislukte Slag om Arnhem, van 17 t/m 25 september 1944, kwam de geallieerde opmars plotseling tot stilstand en ging West-Europa, en niet in het minst West-Nederland, een barre laatste oorlogswinter tegemoet. Elk jaar wordt plechtig herdacht dat het een brug te ver was, in aanwezigheid van vele veteranen die werkelijk niet begrijpen waarom hen eer betuigd wordt voor een verloren strijd. De manifestaties van 1994, na vijftig jaar, waren indrukwekkender dan ooit. En de herdenkingen zullen nog eindeloos doorgaan, al zal het aantal veteranen elk jaar verder slinken.
Veel onbekender is het feit dat de 95.000 Arnhemmers, nauwelijks een week nadat hun bevrijding leek te beginnen, op 24 september 1944 opdracht kregen binnen enkele dagen hun huizen te verlaten. Ze pakten het hoogst noodzakelijke in en gingen op weg naar een onbekende bestemming. Dat het voor enkele dagen zou zijn bleek een illusie. Het werden vele maanden vol problemen onderweg, onzekerheid over het lot van geliefden en angst omdat de oorlog nog steeds onverminderd voortduurde. En toen ze terugkeerden, vaak lang na de bevrijding, bleek dat plunderaars alles wat bruikbaar was hadden meegenomen en wat onbruikbaar was vernield, en dat de Tweede Slag om Arnhem nog verwoestender was geweest dan de eerste. Slechts 145 woningen waren onbeschadigd gebleven.

Vergetelheid

In de tweede helft van de jaren '40 leek het erop alsof de oorlog een incident was geweest van voorbijgaande aard. De wederopbouw ging beginnen. En in Arnhem viel nog veel meer weder op te bouwen dan elders in het zwaar gehavende Nederland. De handen gingen uit de mouwen, de schouders werden eronder gezet, het puin werd weggeruimd, nieuwbouw verrees en de stad werd weer leefbaar. En toen in september 1994 de nieuwe klokken in de St. Eusebiuskerk plechtig werden ingeluid was dat voor heel veel Arnhemmers een bijzonder emotioneel moment: het werk was af.
De evacuatie leek toen allang in de vergetelheid te zijn geraakt. Literatuur is er nauwelijks over verschenen. De enige wetenschappelijke studie die aan de massale volksverhuizing en zijn gevolgen is gewijd dateert van 1981; het standaardwerk 'Arnhem 44/45' van gemeente-archivaris P.R.A. van Iddekinge. Het is al vele jaren uitverkocht.

Herinneringen

Toen de vijftigste herdenking van de Slag om Arnhem naderde deed de Arnhemse Courant een oproep aan zijn lezers om hun herinneringen aan de gebeurtenissen te verwoorden in een brief. Het resultaat was indrukwekkend. Er kwam een vloedgolf binnen aan boeiende verhalen, varierend van de beschrijving van een enkel incident tot gedetailleerde verslagen van het leven van Slag tot bevrijding. Het meest opvallend was, dat de evacuatie allerminst een vergeten hoofdstuk bleek; bijna iedereen had het er over. En elk verhaal was verschillend.
Het waren allemaal belevenissen van gewone, machteloze mensen, gedwongen op weg naar een onbekend doel. Dwars door bezet Nederland waar volop oorlog woedde, met beschietingen door geallieerde vliegtuigen en controleposten van Duitsers, op zoek naar mannen boven zestien jaar. Wanhopig over problemen onderweg. Overgeleverd aan de willekeur van gastgezinnen, die evacuees soms met open armen ontvingen en anders een ijskoud kamertje gaven met een stoof als enige verwarming - in januari, in de barre winter van '45.
Het waren verhalen over een lang vergeten episode; levendige herinneringen van degenen het meemaakten, maar al onbekend voor wie er ergens in de verte getuige van was en helemaal onvoorstelbaar voor wie de oorlog alleen maar van verhalen kent. Over tochten, soms dagenlang lopend naast de fiets met houten banden, waarop de schamele bezittingen waren bijeengepakt. Over overnachtingen in koeiestallen, waarbij de dieren hun vochtige adem over de slapers sproeiden. Over luizen en schurft, en de pijnlijke en smerige methoden om er weer af te komen. Over het terugkomen in een totaal vernielde stad, waar alle dierbare herinneringen verdwenen waren of moedwillig beschadigd en de binnendringers in alle hoeken en gaten hun behoefte hadden gedaan. Over kleine persoonlijke drama's en over dramatische voorvallen die grote indruk maakten.
Dit boek is gebaseerd op zestig van deze getuigenissen. Aan de hand van de herinneringen van de lezers wordt het verhaal van de Slag om Arnhem, de evacuatie en de terugkeer opnieuw verteld.

Flarden

Een van hen, Marianne van Halewijn, gaf in haar uitvoerige brief onbewust een samenvatting van de inhoud. Ze was vier jaar toen de Duitsers Nederland binnenvielen. Ze was acht toen de Slag om Arnhem begon. Het waren diep ingrijpende gebeurtenissen, die haar leven danig hebben beinvloed.
,,Vanaf mijn zevende jaar zijn mijn herinneringen chaotisch. Wat gebeurde, in welke volgorde, waar en wanneer, en welke mensen waren erbij? Ik ben op weg naar school, moet de tram uithollen voor luchtalarm, kom nog net op tijd veilig thuis en mag daar verder blijven. In sta uren in de rij voor een brood bij de bakker; op de terugweg eet ik er een gat in. Alle emmers, wastafels en het bad moeten vol water, want dat wordt afgesloten en als de kranen weer kunnen gaan lopen borrelen ze zo eng.''
En opeens is de Slag begonnen: ,,'s Nachts zitten we angstig onder de trap: vliegtuigen komen over, zijn onze ramen wel goed verduisterd? Ik weet niet waar mijn vader is - pas lang na de oorlog werd me verteld dat hij toen ondergedoken zat. Ook twee zusjes zijn niet thuis, als onverwachts de hemel naar beneden lijkt te komen. Er is geen tijd om te schuilen in de kelder; alleen angstaanjagend, donderend lawaai en overal gruis. Voorbijgangers vluchten bij ons naar binnen. Als het geluid eindelijk ophoudt is een meisje helemaal doof, maar verder is niemand gewond. Vlak bij ons huis zijn verschillende grote, diepe gaten, waar bommen zijn gevallen. Buurhuizen zijn niet meer goed bewoonbaar; ik vind het heel griezelig om erin rond te lopen. Tussen bombardementen door, met schuilen bij onbekenden, kunnen we later de Rijnkade bereiken: puinhoop na puinhoop. Mijn moeder telefoneert met mensen in Oosterbeek. Daar zijn ze al bevrijd; voor ons duurt het dus niet lang meer. We slapen enkele nachten op de grond in de huiskamer met zeker veertien mensen. Het is best gezellig. Ik durf trouwens toch niet meer naar mijn kamertje boven.''

Formatie bommenwerpers, gezien vanuit de tuin van de grootouders van Leo Brameijer aan de Bilderdijkstraat (Tekening Leo Brameijer) >

Evacuatie

Maar na een week kwam het nadrukkelijke bevel dat alle inwoners van Arnhem binnen enkele dagen hun stad moesten verlaten. Samen met andere ontruimde dorpen in de Betuwe en in het westen langs de Rijn raakten die weken rond 150.000 mensen op drift. Ze pakten het meest noodzakelijke in en sloten zich aan in de optocht richting Velp of Apeldoorn of elders.
Marianne van Halewijn: ,,Opeens logeren we dan met zijn allen in Velp bij een bevriend echtpaar. En weer: grote bombardementen, hals over kop schuilen, plat op de vloer dekking zoeken, alles trilt en dreunt oorverdovend. We komen er allemaal levend van af. Met bepakte fietsen gaan we verder weg. Een lange tocht. Overal mensen met bagage. Soms moeten we snel gaan liggen als er uit jankende vliegtuigen geschoten wordt. We komen in Otterlo en worden in een school opgevangen met soep. Ik loop er wat ontredderd rond en ben dolblij als ik in een van de Rode Kruis-helpers een huisvriend herken. Diezelfde dag of de volgende bereiken we Garderen. Al snel moet onze familie weer weg uit de eerst-toegewezen villa en worden we over verschillende adressen in Speuld verspreid. Soms gaat mijn moeder met een van mijn zusjes een dag weg; ze komen dan terug met dingen uit ons huis in Arnhem of met eten. Op 5 december krijg ik mijn eigen pop terug: zie je nou wel dat Sinterklaas echt bestaat! Overdag is het rustig en er is nooit luchtalarm. Maar 's nachts zijn er weleens bombardementen. Ze zijn bedoeld voor de spoorlijn bij Stroe en niet zo erg als we in Arnhem meemaakten. We verhuizen nog wel drie keer.''

Tijdsdocument

De meeste verhalen zijn van mensen die vijftig jaar geleden jong tot zeer jong waren en vaak nog onbevangen in het leven stonden. ,,Als elfjarige sjouwde je gewoon mee; je had geen idee van de stemming.'' Ze waren zich vaak niet bewust van de ernst van de oorlog. ,,Mijn ouders hadden andere zorgen'', staat ergens bijna als excuus.
Dit boek haalt een vrijwel vergeten episode terug, maakt aan de hand van heel persoonlijke getuigenissen duidelijk hoe vluchtelingen in Nederland in 1944-'45 leefden en dient om verhalen te bewaren die nooit meer verteld zullen worden wanneer de vertellers er niet meer zijn. Het is een uniek tijdsdocument.


Naar hoofdstuk 2. Het sein 'veilig' is nooit meer gegeven

Terug naar Inhoud

Aangepast zoeken

ANDRÉ HORLINGS OP INTERNET:
Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Het drama van de SS Pavon
Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact


© André Horlings

Make a free website with Yola