ARNHEM SPOOKSTAD
Hoofdstuk 23
Bedelen bij overvriendelijke Canadezen
Jan Jansen uit Heteren, op de zuidelijke Rijnoever, evacueerde
als enige in dit boek de vrijheid tegemoet. ,,Wij vluchtten
naar Zetten, dat was geallieerd gebied. We zijn er ruim een
maand gebleven, totdat de Duitsers de Rijndijk bombardeerden en
de Betuwe onder water liep. Mijn vader bleef achter op wat het
'Manneneiland' werd genoemd, om voor het vee te zorgen. M'n
moeder en haar vijf kinderen werden toen met een amfibievoertuig over de Waal gezet en we kwamen in Tilburg terecht. Daar
waren al veel evacuees uit het strijdgebied van Market Garden.
De inwoners was gevraagd vluchtelingen in huis te nemen en toen
dat niet genoeg opleverde was het verplicht gesteld. Met moeder
en zus kwam ik bij mensen terecht die eigenlijk niet wilden en
het was er niet leuk. Maar ik ging elke morgen al vroeg naar de
Britten en ik bleef er de hele dag. Lekker eten en snoepen,
meerijden op rupsvoertuigen; ik had er de tijd van m'n leven.''
Eind maart 1945 begon de bevrijding van het Nederland van boven
de rivieren. Onder Canadees opperbevel rukten trokken Canadese,
Britse en Poolse troepen, soms aangevuld met Nederlandse of
Belgische eenheden, vanuit het oosten van ons land steeds verder op naar de Grebbelinie en de noordelijke provincies. Het
Duitse verzet was plaatselijk bijzonder fel en tijdens de gevechten sneuvelden nog enkele duizenden soldaten en burgers.
Eenheden van the Polar Bear Division ratelen op 16 april Velp binnen. (Bevrijdingskinderen.nl) >
Rein van den Berg behoorde tot de eerste bevrijde Nederlanders
in de Achterhoek. ,,Plotseling trokken de Duitsers weg. Een
Engelse tank reed Borculo binnen. Er werd bijna niet gevochten,
maar wel is een boerderij bij Geesteren verbrand. Mijn broer
Chris stond te graven voor de Duitsers. Toen hij de Engelsen
zag heeft hij ze de weg gewezen in MULO-Engels, wat heel goed
ging. Daarna reed hij op de fiets naar huis, om het grote
nieuws te vertellen. Maar tussen Borculo en de Dijkhoek kwam
hij een Duitse patrouille tegen; die wilde zijn fiets hebben.
Chris zei dat dat niet kon, omdat we nu bevrijd waren, maar ze
hebben de fiets toch gepakt en gaven hem er 50 mark voor; de
fietstas en de schop mocht hij houden. En daar kwam Chris aan,
lopend richting boerderij, met de schop en de fietstas in z'n
handen. Hij riep: 'We zijn bevrijd', waarop mijn vader heel
kwaad riep: 'Waar is je fiets?'. 'Die hebben de Moffen'. Vader
begreep er niets van, maar Chris heeft het uitgelegd. Een paar
dagen later lagen overal Engelsen in tenten. Het was heel gek
dat toen uit bijna elke boerderij in de Dijkhoek onderduikers
te voorschijn kwamen; we wisten niet dat die er zaten. En
sommige boerenknechten bleken Amsterdammers te zijn, die
eigenlijk ook ondergedoken zaten.''
'Ik handelde met Canadezen; de Engelsen waren te arm'
Bertie Wemmers maakte op 4 april de bevrijding in Twente mee.
,,Het betekende volop feest en handel. Ik zorgde ervoor dat m'n
vader altijd te roken had. Ik ruilde eieren voor sigaretten -
ik zeg maar niet hoe ik er aan kwam. Ik handelde alleen met
Canadezen, want de Engelsen waren me te arm.''
Toen het front Colmschate bij Deventer naderde werd bij de
boerderij waar Annie Memelink verbleef hevig geschoten. ,,De
moeder van Henny raakte gewond aan rug en oor, toen door een
granaatinslag een groot brok muur in haar bed viel. Het was te
gevaarlijk de koeien te melken; vader en knecht Berend zijn
kruipend over de wei gegaan om de dieren van hun melk te verlossen. Tijdens een bombardement zaten we in de kelder toen
granaten insloegen en de trap naar beneden kwam. Gelukkig bleef
hij halverwege wat hangen, zodat we er toch nog uit konden
komen. De volgende dag zag ik iets bij de Schipbeekdijk. Ik
zei: 'Kijk eens, dat lijken wel bewegende molshopen'. Ik werd
bang en wilde naar binnen rennen. Maar vader greep me bij de
arm en zei: 'Blijf staan. Dat zijn onze bevrijders!' Met een
rode zakdoek ging hij zwaaien en ja hoor, daar kwamen Canadese
soldaten achter elkaar de dijk over. Duitsers waren er niet
meer. Het was 8 april 1945, om half drie in de middag.''
Ger Ruuls werd op 12 april, na een angstige middag, in Stadskanaal bevrijd door een Poolse brigade. ,,Uit een boerderij tegenover ons, naast het postkantoor, kwam een joodse familie. De
boer stond bekend als NSB'er.... Op 5 mei was er een groot
feest. Ik had nog nooit met een lampion gelopen en voelde me
daar eigenlijk te groot voor met mijn twaalf jaren. Maar toch
liep ik mee in de optocht.''
'Volgens de dokter had ik een oorlogssyndroom'
Twee dagen later kwam Diny Kok in Gorredijk middenin de gevechten terecht. ,,Die nacht was verschrikkelijk. De brug werd
opgeblazen; alle ruiten gingen stuk. De granaten sloegen vlak
boven mijn hoofd in de muren. Maar 's morgens reden de eerste
Canadezen over een noodbrug en juichten wij hen toe. Ik had
grote heimwee naar Arnhem, maar we mochten nog niet terug. Dat
zou nog maanden duren. Ik werd ziek en at niet meer; de dokter
zei dat ik een oorlogssyndroom had.''
Voordat de Duitsers op 16 april uit Velp werden verjaagd voerden ze, aldus Jan de Goede, een geslaagde misleidingsmanoevre
uit. ,,Er was een lichte tank, zonder brandstof. Die werd
voortdurend met paard en wagen verplaatst; ze hielden het dagen
vol. Steeds weer loste hij schoten richting Huissen, zodat de
Engelsen dachten dat Velp vol zat met geschut.''
Henk Berensen merkte in Vaassen dat het front steeds meer naderde. ,,Dat was 's avonds en 's nachts te zien aan 'Monty's
licht'; een kunstmatig maanlicht van schijnwerpers. De bruggen
over het kanaal werden ondermijnd en veiligheidshalve maakten
we een schuilkelder in een leegstaande mestvaalt, door er balken en een laag aarde op te leggen. Nauwelijks was dat karwei
klaar of Russische krijgsgevangenen groeven er pal naast op
bevel van de Duitsers een mitrailleursnest. Gelukkig hebben we
er geen gebruik van hoeven maken. In de nacht van 16 op 17
april werd de stilte verbroken door het bevel 'Brücke auf!', en
met een enorme knal ging de brug de lucht in. De volgende morgen hoorden we dat een eenzame geallieerde motorordonnans op de
weg naar Heerde was gezien en daarmee was onze bevrijding eindelijk een feit. We gingen naar Apeldoorn om ons te vergapen
aan het vele legermaterieel.''
Paleis Het Loo ontsnapt aan verwoesting
In de buurt van Westervoort worden Duitse soldaten op 13 maart 1945 door de Canadezen weggevoerd. Op de achtergrond de
vernielde spoorbrug
(Monument.apeldoorn-onderwijs.nl)
Toen het front Colmschate bij Deventer naderde werd bij de boerderij waar Annie Memelink verbleef hevig geschoten. ,,De moeder van Henny raakte gewond aan rug en oor, toen door een granaatinslag een groot brok muur in haar bed viel. Het was te gevaarlijk de koeien te melken; vader en knecht Berend zijn kruipend over de wei gegaan om de dieren van hun melk te verlossen. Tijdens een bombardement zaten we in de kelder toen granaten insloegen en de trap naar beneden kwam. Gelukkig bleef hij halverwege wat hangen, zodat we er toch nog uit konden komen. De volgende dag zag ik iets bij de Schipbeekdijk. Ik zei: 'Kijk eens, dat lijken wel bewegende molshopen'. Ik werd bang en wilde naar binnen rennen. Maar vader greep me bij de arm en zei: 'Blijf staan. Dat zijn onze bevrijders!' Met een rode zakdoek ging hij zwaaien en ja hoor, daar kwamen Canadese soldaten achter elkaar de dijk over. Duitsers waren er niet meer. Het was 8 april 1945, om half drie in de middag.''
Ger Ruuls werd op 12 april, na een angstige middag, in Stadskanaal bevrijd door een Poolse brigade. ,,Uit een boerderij tegenover ons, naast het postkantoor, kwam een joodse familie. De boer stond bekend als NSB'er.... Op 5 mei was er een groot feest. Ik had nog nooit met een lampion gelopen en voelde me daar eigenlijk te groot voor met mijn twaalf jaren. Maar toch liep ik mee in de optocht.''
'Volgens de dokter had ik een oorlogssyndroom'
Twee dagen later kwam Diny Kok in Gorredijk middenin de gevechten terecht. ,,Die nacht was verschrikkelijk. De brug werd
opgeblazen; alle ruiten gingen stuk. De granaten sloegen vlak
boven mijn hoofd in de muren. Maar 's morgens reden de eerste
Canadezen over een noodbrug en juichten wij hen toe. Ik had
grote heimwee naar Arnhem, maar we mochten nog niet terug. Dat
zou nog maanden duren. Ik werd ziek en at niet meer; de dokter
zei dat ik een oorlogssyndroom had.''
Voordat de Duitsers op 16 april uit Velp werden verjaagd voerden ze, aldus Jan de Goede, een geslaagde misleidingsmanoevre
uit. ,,Er was een lichte tank, zonder brandstof. Die werd
voortdurend met paard en wagen verplaatst; ze hielden het dagen
vol. Steeds weer loste hij schoten richting Huissen, zodat de
Engelsen dachten dat Velp vol zat met geschut.''
Henk Berensen merkte in Vaassen dat het front steeds meer naderde. ,,Dat was 's avonds en 's nachts te zien aan 'Monty's
licht'; een kunstmatig maanlicht van schijnwerpers. De bruggen
over het kanaal werden ondermijnd en veiligheidshalve maakten
we een schuilkelder in een leegstaande mestvaalt, door er balken en een laag aarde op te leggen. Nauwelijks was dat karwei
klaar of Russische krijgsgevangenen groeven er pal naast op
bevel van de Duitsers een mitrailleursnest. Gelukkig hebben we
er geen gebruik van hoeven maken. In de nacht van 16 op 17
april werd de stilte verbroken door het bevel 'Brücke auf!', en
met een enorme knal ging de brug de lucht in. De volgende morgen hoorden we dat een eenzame geallieerde motorordonnans op de
weg naar Heerde was gezien en daarmee was onze bevrijding eindelijk een feit. We gingen naar Apeldoorn om ons te vergapen
aan het vele legermaterieel.''
Paleis Het Loo ontsnapt aan verwoesting
In de buurt van Westervoort worden Duitse soldaten op 13 maart 1945 door de Canadezen weggevoerd. Op de achtergrond de
vernielde spoorbrug
(Monument.apeldoorn-onderwijs.nl)
Piet van Hooijdonk maakte die dag de bevrijding in Apeldoorn
mee. ,,NSB'ers en 'dweilen', meisjes die het met de Duitsers
gehouden hadden, werden opgepakt onder het gejoel van een uitzinnig publiek. Later kwamen ze terug met kale koppen en een
geteerd hakenkruis erop. Grote hoeveelheden Canadese troepen
trokken door Apeldoorn en gingen in westelijke richting verder.
Het was een vlaggenzee. Iedereen leek wel gek. Ik kreeg sigaretten van Canadese soldaten en heb met ze gepraat.''
Paleis Het Loo in Apeldoorn ontsnapte overigens aan een
volstrekt onnodige verwoesting door een Canadees regiment,
melden Bollen en Vroemen in 'Canadezen in actie'. ,,Kort nadat
de Hastings als eerste bevrijders waren gearriveerd formeerde
zich bij de paleispoort een peloton van de Highlanders in
compleet gevechtstenue, de bajonet op het geweer, klaar om tuin
en paleis aan te vallen, terwijl er in geen velden of wegen
vijanden te bespeuren vielen. Een officier van de Hastings
vroeg wat er aan de hand was. Een Highlander maakte een weids
gebaar met zijn armen en zei: 'Zie je dan al die filmers,
fotografen en correspondenten niet? Zij hebben een story nodig
en daarom moeten wij het paleis van de koningin bestormen'.''
's Avonds mocht ik niet naar het dansen
Marianne van Halewijn herinnert zich vooral de ontreddering,
moedeloosheid en tegenzin bij de Duitse soldaten, die in de
laatste dagen van hun oorlog bij Ermelo langsmarcheerden. ,,Ze
waren zo moe en moesten toch verder; op hun terugtocht, besef
ik achteraf. Mij stopten ze snoepjes toe; ik deed hen aan hun
dochtertje denken kon ik toen al verstaan. Op dat moment kon ik
hen eigenlijk niet meer als vijand zien.''
,,De bevrijding was een wirwar van mensen en verschillende uniformen, tanks en vrachtwagens met Canadezen, van wie de meesten overvriendelijk waren. Ze gaven me van hun warme eten uit de gamellen, snoepjes, biscuit-in-blik. Ik zwierf veel door hun kampementen; eigenlijk was ik heel vaak aan het bedelen. Ik
begrijp nu dat mijn ouders dat niet goed vonden en schaamde me
dan ook, maar ik deed het toch. Ik zal nooit vergeten hoe lekker het Zweedse wittebrood, de Engelse chocola en de Amerikaanse kauwgom smaakten. Er werd veel gezongen, en 's avonds uitbundig gedanst, maar daar mocht ik tot mijn spijt niet bij zijn.''
Het begrip 'dood' was gewoon geworden
Voor Elly Haselhoff uit Velp betekende de bevrijding een wirwar
van opperste vreugde en intens verdriet, waarbij ze niet wist
of ze huilen of lachen moest. ,,Wij moesten eerst vijf dagen en
nachten in de kelder doorbrengen, vanwege de beschietingen. Ons
huis bleef staan, maar m'n vader overleefde het niet. Tijdens
een rustpauze in de beschietingen ging hij naar boven om voor
ons brood te halen. Hij werd door een granaat getroffen en was
dood. Mijn moeder lag inmiddels met een hevige longontsteking
in de kelder en heeft niets van de bevrijding gemerkt. Wij, als
kinderen, stonden langs de straat te juichen. Was het echt of
slechts een droom? Moesten we blij zijn of verdrietig; er was
tenslotte rouw in huis. Maar het begrip 'dood' was zo gewoon
geworden vanwege de gevaren van elke dag, dat je telkens weer
blij was dat je nog leefde.''
Naar hoofdstuk 24. Terugkeer in een ontredderde stad
,,De bevrijding was een wirwar van mensen en verschillende uniformen, tanks en vrachtwagens met Canadezen, van wie de meesten overvriendelijk waren. Ze gaven me van hun warme eten uit de gamellen, snoepjes, biscuit-in-blik. Ik zwierf veel door hun kampementen; eigenlijk was ik heel vaak aan het bedelen. Ik begrijp nu dat mijn ouders dat niet goed vonden en schaamde me dan ook, maar ik deed het toch. Ik zal nooit vergeten hoe lekker het Zweedse wittebrood, de Engelse chocola en de Amerikaanse kauwgom smaakten. Er werd veel gezongen, en 's avonds uitbundig gedanst, maar daar mocht ik tot mijn spijt niet bij zijn.''
Het begrip 'dood' was gewoon geworden
Voor Elly Haselhoff uit Velp betekende de bevrijding een wirwar
van opperste vreugde en intens verdriet, waarbij ze niet wist
of ze huilen of lachen moest. ,,Wij moesten eerst vijf dagen en
nachten in de kelder doorbrengen, vanwege de beschietingen. Ons
huis bleef staan, maar m'n vader overleefde het niet. Tijdens
een rustpauze in de beschietingen ging hij naar boven om voor
ons brood te halen. Hij werd door een granaat getroffen en was
dood. Mijn moeder lag inmiddels met een hevige longontsteking
in de kelder en heeft niets van de bevrijding gemerkt. Wij, als
kinderen, stonden langs de straat te juichen. Was het echt of
slechts een droom? Moesten we blij zijn of verdrietig; er was
tenslotte rouw in huis. Maar het begrip 'dood' was zo gewoon
geworden vanwege de gevaren van elke dag, dat je telkens weer
blij was dat je nog leefde.''
Naar hoofdstuk 24. Terugkeer in een ontredderde stad
Terug naar Inhoud
Aangepast zoeken
Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Het drama van de SS Pavon
Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact